Wat is de energietransitie?
Kolen, olie en gas zijn fossiele brandstoffen. Ze veroorzaken bij verbranding niet alleen vervuiling (roet en fijnstof) maar ook een hoge CO2 -uitstoot. We willen deze vervuilende brandstoffen op termijn vervangen door schone, hernieuwbare en betrouwbare energiebronnen. Dit vervangingsproces noemen we de energietransitie: de overgang van fossiele naar hernieuwbare (duurzame) energiebronnen. De voortgang van de energietransitie wordt op dit moment sterk gehinderd door het klimaatdebat. Daarbij gaat het met name over de uitstoot van CO2.
Klimaatverandering en de uitstoot van CO2
We constateren dat in de afgelopen decennia het gemiddelde CO2 gehalte in de atmosfeer sterk is toegenomen. Kooldioxide is - naast methaan - een van de zogenaamde broeikasgassen. Door hogere concentraties CO2 in de atmosfeer ontstaat het broeikaseffect. Hierdoor neemt de gemiddelde temperatuur op aarde toe.
Klimaatdebat
Over de toename van de gemiddelde temperatuur op aarde en de toename van het CO2 gehalte in de atmosfeer is iedereen het eens. Ook over het feit dat er sprake is van een klimaatverandering op aarde. Het klimaatdebat gaat met name over de vraag of de vastgestelde klimaatverandering nu wel of niet het gevolg is van menselijk handelen, dat wil zeggen de verbranding van fossiele brandstoffen, of dat er gewoon sprake is van een “natuurlijk proces”.
De meeste klimaatwetenschappers zijn het erover eens dat de klimaatverandering voor een groot deel het gevolg is van ons gebruik van fossiele brandstoffen. Door het terugdringen van de CO2 uitstoot willen zij de opwarming van de aarde beperken tot max. 2 graden. Anderen zien die invloed van menselijk handelen niet, en stellen dat we gewoon kunnen doorgaan met het gebruik van onze fossiele brandstoffen. In Nederland gaat het debat sinds kort ook over de beperkte bijdrage die ons kleine landje levert aan het globale broeikaseffect.
Het beperken van de CO2 uitstoot is echter één van de redenen waarom een energietransitie noodzakelijk is. Er zijn veel meer redenen, die nu echter ondersneeuwen in het klimaatdebat. Hieronder staan de vier belangrijkste beschreven.
- Eindigheid fossiele brandstoffen
We zijn het aan onze kinderen verplicht om te zorgen voor een schone wereld waarin de energievoorziening betrouwbaar, voor de lange termijn beschikbaar en betaalbaar is. Dit kan alleen met inzet van hernieuwbare energiebronnen ter vervanging van fossiele brandstoffen.
Zo’n vervangingsoperatie gaat niet van de een op de andere dag maar kost vele decennia. Vandaar dat we niet moeten wachten tot alle beschikbare fossiele brandstoffen op zijn. De huidige economisch winbare voorraad fossiele brandstoffen is eindig. Uitgaande van het mondiale energieverbruik in het jaar 2000 en een gelijkblijvend energieverbruik in de rest van deze eeuw, zijn de bewezen energiereserves voor steenkool 180 jaar, voor aardgas 60 jaar en voor olie 45 jaar. Bij een realistischer uitgangspunt van een stijgende energiebehoefte worden deze voorraden in kortere tijd verbruikt. Het gevolg is dat de prijzen gaan stijgen. De voorraden nemen af en de kosten van winning van olie en aardgas stijgen. En de verdeling van de beschikbare voorraden zullen leiden tot spanningen tussen landen en regio’s.
De eindigheid van de fossiele brandstoffen vraagt om hernieuwbare energiebronnen, waarmee ook in de toekomst (2050 en verder) met voldoende leveringszekerheid in de energiebehoefte van de wereld kan worden voorzien.
Om de toekomstige energievoorziening betaalbaar te houden is afbouw van het gebruik van de steeds schaarser wordende, eindige fossiele brandstoffen noodzakelijk. - Luchtvervuiling
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt CO2 in de lucht. Maar ook vervuilende stoffen als roet, fijnstof en zware metalen (kolen). De Hemweg kolencentrale van NUON stoot jaarlijks 4 miljoen tot CO2 uit. Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 1,8 miljoen auto’s. Totaal stoten de vijf kolencentrales in Nederland 30 miljoen ton CO2 uit (15% van het totaal). Alleen al de Hemweg kolencentrale is volgens een rapport van Greenpeace jaarlijks verantwoordelijk voor: 30 vroegtijdige doden, 11.500 dagen ziekteverzuim en 90 miljoen euro aan extra zorgkosten.
Voor een schoon milieu is het noodzakelijk om over te stappen van fossiele brandstoffen naar schone hernieuwbare energiebronnen als zonne-, wind- en waterkrachtenergie. Ook kernenergie is qua uitstoot een schone vorm van energievoorziening. - Afhankelijkheid buitenland
Na het sluiten van de kolenmijnen in de jaren tachtig van de vorige eeuw, is Nederland volledig afhankelijk geworden van import van steenkolen. De afgelopen 50 jaar was Nederland op het gebied van aardgas zelfvoorzienend. Vanaf 2021 wordt Nederland netto-importeur en afhankelijk van buitenlands gas (Rusland en Noorwegen). Daarvoor zijn grote aanpassingen in installaties nodig omdat het buitenlandse aardgas van een andere kwaliteit is. Altijd al heeft Nederland aardolie moeten importeren. Van de ca. 5 miljoen ton ruwe aardolie die we jaarlijks nodig hebben komt 40% uit ondemocratische landen (Rusland, Saoedi-Arabië en Koeweit).
Door over te schakelen op zelf opgewekte duurzame energie is Nederland voor zijn energievoorziening niet meer afhankelijk van import van brandstoffen uit dictatoriaal bestuurde regio’s. - Voordelen economie
Jaarlijks gaan er miljarden de grens over voor de import van brandstoffen. Alleen de import van vaten ruwe aardolie kost Nederland jaarlijks bijna 2 miljard euro. Geld dat ook binnenlands besteed kan worden, bijvoorbeeld voor de opwekking van hernieuwbare energie. Dit betekent meer werkgelegenheid, meer kansen voor het bedrijfsleven, meer kansen voor kennisinstellingen in de ontwikkeling van nieuwe technologieën, dus goed voor onze economie.
Kortom, naast de bijdrage aan de beperking van de CO2 uitstoot levert de overgang naar een duurzame energievoorziening ons een schonere leefomgeving en een betrouwbare, betaalbare energievoorziening voor de toekomst. We worden minder afhankelijkheid van geopolitieke spanningen in regio’s en het levert een positieve bijdrage aan onze nationale economie.
Frans van Herwijnen